Na de Tweede Wereldoorlog groeide de vraag naar koffie uit Costa Rica explosief, maar het land kon niet meer aan deze vraag voldoen. Daarom nam de regering een paar drastische beslissingen. Eerste werden de Arabica Typica en Bourbon vervangen door Arabica Caturra en Catuai. Dit zorgde voor een grotere gewasdichtheid, waardoor en drie keer zoveel koffieplanten konden worden verbouwd per hectare. Ook andere snoeimethoden en het gebruik van schaduw (essentieel voor de Arabica plant!)
Costa Rica heeft zich de laatste jaren sterk onderscheiden in kwaliteit, in plaats van kwantiteit. Het land is klein, dus dat is een belangrijk verschil met andere koffieproducerende landen. Het is vastgelegd in de wet dat alleen Arabica koffie verbouwd mag worden in Costa Rica.
Zo garandeert de overheid dat de koffie in Costa Rica altijd een bepaalde kwaliteit heeft. De beste kwaliteit wordt uiteraard geëxporteerd, terwijl de Tico’s zelf de minste kwaliteit drinken. Het geld dat wordt verdiend met de export wordt proportioneel verdeeld over boeren, malers en exporteurs. Dit systeem is uniek in de wereld. Koffie uit Costa Rica is dus al vrij fair van zichzelf, maar wij willen daar graag een schepje bovenop doen, door het geld direct op de plek te laten komen waar het hoort; bij de koffieboer. Geen tussenhandel, maar gewoon direct zaken doen.
Direct Trade is steeds meer in opkomst en zal in Costa Rica ook steeds meer voet aan de grond krijgen.